Ede
Opvallend is dat van de plaatsnaam Ede er na de eerste vermelding uit 1216 en hele reeks andere vermeldingen bekend is. Op 5 februari 1216 bevestigde Paus Innocentius het kapittel van St. Jan te Utrecht in zijn bezittingen, waaronder de kerk van Ede en de tienden: “de Edhe ecclesias et decimas” (kerken en tienden van Edhe). De vermeldingen zijn Edhe (1125), parochia Edhe (1230), Ede (1249), Ede (1269) enz.
Uit de frequente vermeldingen in de 13e eeuw en uit de kwalificatie “Kerspel” in 1230 moet worden geconcludeerd dat Ede in de eerste decennia van de 13e eeuw een aanzienlijke nederzetting was en zeker al geruime tijd vóór de vroegste vermeldingen bestond.
Een Kerspel, een benaming voor een kerkgemeente, parochie of een onderdeel daarvan, maakte als territorium van oudsher deel uit van de kerkelijke organisatie van een bisdom. De grenzen dateerden veelal uit de 11e of 12e eeuw. Streekaanduidingen voor het gebied dat samenviel met het kerspel of dat het niveau boven of onder het kerspel vormde was o.a. “Buurschap”.
Ook de ligging van Ede pleit voor een hoge ouderdom. Met de plaatsen als Bennekom en Lunteren ligt Ede in de zone tussen het “hoge” middendeel van de Veluwe en de waterrijke randgebieden. Uit archeologische vondsten is gebleken dat in de eerste eeuwen van onze jaartelling Bennekom, Ede en Kootwijk kleine nederzettingen waren. De nederzetting bestond vaak uit een woonhuis, woonstal en een hutkom (werkplaats). Hier woonde een kleine groep mensen, wellicht mar één familie
De spelling van de naam in de archieven is vrij consequent Ede. Na een aanvankelijk Edhe verschijnt ook nog en paar keer Ee bijv. in 1560 “gecomen in den dorp Ee. In hetzelfde stuk komt naast drie keer Ee ook één keer Ede voor. In de “Beschrijving van Gelderland” uit 1741 wordt “Eed of Ee” als één van de voornaamste dorpen van de Veluwe.
In naamkundige naslagwerken zijn verschillende verklaringen van de naam Ede te vinden. Er is gedacht aan de betekenis “heide”, deze verklaring gaat uit van de twijfelachtige grafie “Heda”, hierbij heeft het grote heidegebied rond het dorp mogelijk bij de uitleg een rol gespeeld.
Veel aannemelijker is dat Ede van oorsprong en waternaam is. Het kwam vaak voor dat de naam van en waterloop overging in een nederzetting die aan dat water stond. In Nederland zijn verscheidene beken met de naam Ee. De vorm Ede is dan en zgn. hypercorrecte vorm van de éénlettergrepige naam (woorden die uit één klinker bestaan) waar men in het Nederlands een afkeer van had. Aan de oorsprong van de oude waternaam Ee of Aa staat het Germaans “Ahwö” wat staat voor “natuurlijke waterloop”.
Veldhuizen
Op verscheidene plaatsen in Nederland ontstonden op een “veld”, d.w.z. een aanvankelijk onbebouwde vlakte, klein buurschappen of gehuchten die de praktische naam “Veldhuizen” kregen. De kwalificatie veld was de tegenstelling en “omtuinde akker”. Na ontginning van het veld bleef de met het gebied verbonden veldnaam vaak behouden. Veldhuizen bij Ede wordt voor het eerst in de 14e eeuw ingeschreven. Een tynsrol uit 1360 noemt de van Veldhusen afgeleide Veldhuserbrenc.
Wat grootte en belangrijkheid betreft deed het de buur(t)schap Veldhuizen aanvankelijk weinig onder voor het naburig Ede. In 1566 had Ede ongeveer 31 huizen en Veldhuysen er ongeveer 26. Tussen beide gebieden moeten al vroeg nauwe betrekkingen hebben bestaan. Veldhuizen en Ede vormden één maalschap. Het maalschap of buurtschap beheerde de gemeenschappelijke onverdeelde gronden.
Het oudste (bewaard gebleven) buurtboek van de Buurt draagt de tekst:
“Buirspraecke in den Dorp Ede, und Buirschap Veldhuisen de annis 1596 tot 1601 incluis”
Lees ook een notitie van de Buurtrichter over de naam Ede en Veldhuizen:
Geschiedenis 2- Naam Buurt Ede en Veldhuizen