Sinds 2013, inmiddels een traditie, wordt door de Stadsdichters van Ede een Buurtgedicht geschreven en voorgedragen tijdens de Buurtspraak. Een gedicht met een historische kwinkslag naar de Buurt geheel naar eigen dichterlijke vrijheid.
In 2017 schreef de toenmalige stadsdichter Harry Oonk een nieuw gedicht
Buurtgedicht Harry Oonk 2017-12-09
Het gedicht in 2019 werd geschreven door Larissa Verhoeff en door haarzelf voorgedragen tijdens de Buitengewone Buurtspraak op 19 september in Cultura.
Buurtgedicht-Larissa-Verhoef-19-09-2019
Tijdens de Buurtspraak van 2022 bracht Stadsdichter Larissa Verhoef een wederom Buurtgedicht ten gehore. Inmiddels een traditie op de Buurtspraak na in 2013 van de 1e Edese Stadsdichter Arjen Keene, gevolgd door Harry Oonk in 2017 alweer de tweede bijdrage van Larissa. De inspiratie voor het gedicht van 2022 kwam voor Larissa uit een bericht in de Edese Courant uit 1961 onder de titel “Koning roemt Ederbos”. In dit artikel werd beschreven dat de Koning steeds zijn koetsier het bevel stapvoets te rijden wanneer hij, komend van ‘t Loo, het Ederbos bereikte. Hij achtte het zulk een lustoord dat hij er zo lang mogelijk van genieten wilde.
Koning roemt Ederbos
En dan het Ederbos. De hele aanleg schijnt op de bevordering van ‘t vreemdelingenverkeer te zijn gericht. Eigenaardige benamingen als Kattenbos, Bruno’s bos, Vergaderberg, Schoutenbos, Slangenheg, Gravenbos, enz. bewaren nog de betekenis aan de oude tijden dat het Ederbos behoorde aan de geërfden en het in twaalf hoeven of aandelen was verdeeld Ook weten de Hullenberg, het Hertengat en de Wolvenval misschien nog geheimen over de grijze voortijd.
Maar ook zonder historie is het vertoeven in dit woud een genot. Koning Willem III gaf steeds zijn koetsier het bevel stapvoets te rijden wanneer hij, komend van ‘t Loo, het Ederbos bereikte. Hij achtte het zulk een lustoord dat hij er zo lang mogelijk van genieten wilde. Het is heerlijk dit Edese palladium, dit schone bezit, veilig te weten in handen van de familie Bentinck. Moge zij het tot heil van Ede, tot heil van heel Nederland, door de tijden heen ongerept weten te bewaren.
Met deze wens, die wij anno 1961 ook volledig de onze noemen, regelrecht tegen de stemmen in die schreeuwen: “Kap omdat bos, bouw er huizen”, met deze wens zetten wij een punt achter deze bloemlezing uit “Neerlandicus” indrukken van Ede anno 1914.
Jac. Gazenbeek, Edese Courant 10-01-1961
Buurtgedicht Larissa Verhoeff 15-09-2022
Buurtgedicht Larissa Verhoeff 21-09-2023
19 september 2024: nieuwe (4e) stadsdichter Melvin Vlot
Er borrelt een bron hier in de Buurt –
wie achterom kijkt, het verleden in tuurt, ziet hoe daar
in de loop der jaren een dorp ontstaat, ontsprongen aan een kolk
en hoe met zorg door boeren en buren
een brink door boswallen omringd, verrijst. Men slaat
een put en daarna ook de handen ineen: een oord om te besturen!
Wie goed die Buurt bekijkt, die ziet: het leeft!
Zelfs woeste gronden groeien op, ontwikkelen karakter.
Historie wordt niet enkel door mensen geschreven, ook door wegen,
door water dat meanderend haar handtekening
in ‘t landschap achterlaat, en in stenen verbergen zich
verhalen, ooit als zand door handen gegleden en door duizenden karren
en kruiers aangestampt in ’t bouwen van huizen en
palen. Zo sijpelt wat geweest is in het heden door. Wat komen
gaat, bestaat uit deze stenen: uit hoe het was en hoe wij vroeger deden.
Dus laat wanneer de klokken luiden als cymbalen
naast mensen ook de velden en de hei hun kijk verhalen.
Laat schapen de betekenis van de tradities en kronieken blaten,
giet brandewijn uit krakende vaten
laat de geërfden smakken op kandij. Want hij die
koestert wat is voorgegaan, vindt toekomst als een vriend aan zijne zij.