Anna Maria Moens stichtte in 1818 een kostschool in Huis Kernhem voor jongedames en jongeheren tot 12 jaar. Alle kinderen kwamen uit “gegoede kringen”.
Moens, geboren in 1775 en overleden in 1832, was behalve onderwijzeres ook dichter. Leerlingen die goed presteerden kregen van haar een speciaal voor dat doel geschreven gedicht. Anna Maria gebruikte voor haar lessen onder meer het door haarzelf geschreven “Zedenkundig Schoolboek”.
Na haar dood is ze begraven in het open veld, conform haar eigen wens. Za had voor dat doel een stuk grond in erfpacht verworven van de Buurtschap Ede Veldhuizen op de Paasberg. Haar leerlingen richtten daar een monument voor haar op. Op het monument staat het volgende gedicht:
Hier rust een eed’le vrouw,
De roem van haar geslacht,
Die met de teerste zorg
Het moeilijkst werk volbracht;
Zij wees aan ’t jeugdig hart
Het spoor naar beter leven,
En kweekte meenge bloem
Voor ’t hemelsch vaderland.
God nam haar van ons weg,
Haar taak was afgeweven,
Zij stierf en gaf haar geest,
Vertrouwend in Gods hand.